Het zwaaien is nooit meer gemeend dan vanaf hoog, vanuit
de schommelende boomhut, herkenningsgebaar
en welkom tegelijk en dan vier handjes tegelijk die hetzelfde
doen, heel klein vanaf straat en toch duidelijk. Zelfs
de lachjes te zien die breed op hun gezichten verschijnen en
de mond woorden te horen vormen die vanaf
die afstand niet verstaanbaar zijn. Het naar beneden lopen,
bijna springend en steeds maar onszelf manend
sneller te gaan, sneller, op tijd op tijd en dan op het moment
aankomen daar dat zij met hun neuzen tegen de
deur drukken en nu die lach zo heel duidelijk is en de warmte
bijna voor kleverige afdrukken zorgt en de deur
openzwaait en ze te voelen zijn. En dan terug klimmen en de
treden tellen en de kleinste horen vragen of er nog een
vijfde verdieping is?
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x