Dan zou hij daar staan, de rug naar de deur toe, verwonderd
als een verdwaald kind, en ik zou komen aanlopen

en vragen ‘kerstsentimenten?’ en hij zou niets zeggen maar
dichterbij gekomen de handen om mijn

hoofd leggen en mij kussen en zondermeer zou ik hem de
deur openen en bijna dragen naar boven en dat

zou zomaar kunnen omdat ik al die jaren geoefend heb, al die
lange jaren mij bekwaamde in

kussen en dragen en vragen en niets zeggen en boven komen,
en hij zou daar gewoon opgetild en later uitgespreid

in mijn kamers liggen en alles willen weten wat hij zag en wat
of er gebeurd was en hoe dat toen ging en hoe

dat ooit opnieuw kon, want zoekraken kon niet meer maar je
verbazen blijft altijd. Kerst blijft een feest.