Vriendschap is soms heel klein. Aanschuiven aan een tafel bij
een vreemde die opeens heel bekend aanvoelt,

een tekst lezen die zomaar een liedje wordt, gelijk oplopen met
een man die zijn hoed vasthoudt, een fietsbel die

niet waarschuwend klinkt maar je herkent, stappen die hollen,
een deur die voor je opengehouden wordt, iemands

bonus kaart lenen of in een gesprek vallen van een moeder die
giechelend met haar kind met haar vuilnispasje in

de rij wachtenden staat, een hand op je rug bij tegenwind en die
groet in een donkere ochtend. De straten hier die

in de avond dreigend zijn liggen dan open en honden zijn nog
aan de lijn, het goedemorgen van een schaduw die de

buurman blijkt te zijn, een zangerig accent, een meeuw die wit
oplicht op het voetbalveldje, een trein die wacht.