Mevrouw K. maakt van herinneringen toekomstbeelden. Alsof
ze geleerd heeft een film te editen, opnieuw monteert

ze dat van gisteren. De sloop van een huis wordt de bouw van
een huis en dat ze hier in onze groep zit is op

uitnodiging om alvast te wennen aan een ander huis. Triomfantelijk
kijkt ze de kring rond waar appeltaart rondgaat die

te zacht bijna vloeibaar in onze kelen glijdt terwijl mevrouw de
Z. zegt eigenlijk nog steeds te moeten huilen.

Ook zij heeft een jubileum maar dan van dat gejank. Mevrouw
X. meent wijs dat het straks woede wordt, let maar op

en begint over falend beleid en omhooggevallen personeel en
priesters die niet welkom zijn. Zomaar kom ik nergens

en moet ik luisteren vandaag. Mevrouw de Z. houdt mijn hand,
alsjeblieft, zegt ze, doe dit niet!