Sterkte had ik hem moeten wensen, en beterschap, ik had hem
tegen me aan moeten drukken of onze handen kletsend
in de lucht, kaartjes moeten schrijven of in plaats van bloemen
een boodschappenronde van de grootgrutter,
een tekening met een zonnetje in de linkerhoek, zakjes met
zorgzaam geplukte lavendel voor onder
het kussen. Ik deed niets. Ik was vergeten dat het ernstig was,
te serieus voor al die flauwe grappen. Gisteren
bleek zijn lijf heerlijk koel, zijn lach bevroren, zijn tenen winters
blauw. Ik herkende zelfs de kamer niet, de vrouw
die waakte, de hond die van ellende buiten lag. Ik was ook niemand,
een collegaatje misschien maar de naam was ons
ontschoten. Er waren lauwe hapjes, vliegen op het behang. Ik
neigde tot meppen en kwam tot tien.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x