Bij gebrek aan beter noemden wij de onderdanen van een lijf,
niet die van een land, gewoon omdat wij niet
weten hoe dat moet: troost te bieden in bange dagen, houvast
in een zin, moed in een versje dat aan alle
kanten zou wiebelen. We erkennen wel de kracht van poëzie
maar vinden het een te magere prestatie, we
geloven niet meer in de roos in het geweergat of het scanderen
van leuzen in een gezellige groep.
We trekken ons liever terug alsof wij beschadigd zijn en geraakt,
voelen de koude van de aarde, het lot van
onze jeugd, willen het gebed van vroeger en de hand op onze
schouder, van ver komend uit een wijde mouw die
wapperend een vogel nadeed, of twee, en de kus op het voorhoofd
van een oud liefje die suja suja zegt.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x