Soms is een week, elke tijdsaanduiding, een elastiekje dat
wegsprong van een bosje bloemen en op de grond

nog even doet denken aan een dun wormpje dat onder het
keukenkastje wil kruipen maar net niet langs

je voet kan en tenslotte opgetild en van grote hoogte in de
prullenbak belandt, natrillend, week en

vies. Eigenlijk wil je het niet aanraken omdat je vermoedt
dat er duizend pootjes onder lopen die zich vast

zullen zuigen in je handpalm. Of je hebt geen bloemen maar
ziet zomaar een dun streepje ergens onder je dat,

als je niet opschiet, zich verstopt onder een tafelpoot of in
een kier van de vloer verdwijnt zonder zijn

identiteit kenbaar te maken. Zeven dagen, acht poten, twee
voeten die om de tafel lopen op zoek naar bewijs.