Nu we weer de buurthuizen zien, lichtjes als kerststerren op
ons pad, neigen we tot verstoppen. Details als

half afgeruimde tafels, licht bevroren lakens aan de lijn, met
bril op voor de televisie of ongegeneerd staan

krabben in het keukentje laten we liever aan de eigenaars, we
hebben genoeg aan slaande deuren, damp van benzine

in het voorportaal en gescheurde vuilniszakken in het plantsoen.
Een teveel aan informatie stoort zoals een teveel

aan geluid ons nerveus maakt. We herinneren ons de vogels in
een vorige tuin en alleen de poes die tegen

de ruit opsprong om hen te waarschuwen, een enkele man op
het dak, de kerktoren met windwijzer en de

uitgerekte gesprekken aan het enige kruispunt, zangerig en warm
en zelfs bij het passeren tamelijk geruststellend.