Was het vorig jaar het woord ‘genade’, nu brengt hij
‘barmhartigheid’, hij streelt daarbij

met een vinger mijn linkerwang en ik wil hem meteen
ook mijn rechter toesteken. Vriendschap die

uit een jaarlijks bezoek bestaat en uit dit soort woorden,
alsof hij een gezant is uit het verre Oosten en

de ster gevolgd is die hoog boven deze boomhut zich
draait. Bijna zo groot als de kastanjebomen die

zich over de gaten in mijn huis buigen, zeker zo sterk
als de stralen van de zon en even intens

als die lief die ooit zijn beide handen om mijn gezicht
vouwde. Even betekenisvol als de man die

met zwarte armen wijd mij zegende terwijl ik op de
grond lag met al het stof der aarde.