uit John Irving, A Widow for One Year, vertaald tot Weduwe voor een jaar (Sjaak Commandeur, de Bezige Bij, 1998)

“Dat haar ouders hadden gedacht dat zij hun derde zoon zou zijn, was niet de reden waarom Ruth Cole schrijfster werd; een aannemelijker verklaring van haar verbeeldingskracht was dat ze opgroeide in een huis waar de foto’s van haar dode broers nadrukkelijker aanwezig waren dan haar vader of moeder – en dat toen haar moeder haar en  haar vader had verlaten (en daarbij vrijwel alle foto’s van haar gestorven zoons meenam) Ruth zich zou afvragen waarom haar vader de fotohaakjes in de kale muren liet zitten. Het kwam voor een deel door die fotohaakjes dat ze schrijfster werd; Ruth zou zich blijven proberen te herinneren, ook toen haar moeder al jaren weg was, welke foto aan welk haakje had gehangen. En omdat ze niet tevreden was met wat ze zich herinnerde van de foto’s van haar omgekomen broers, vulde Ruth al die stilgezette momenten uit hun korte leven waar zij  niet bij was geweest vanuit haar verbeelding aan. Dat Thomas en Timothy al dood waren voor Ruth geboren werd, was mede een oorzaak van haar latere schrijverschap; vanaf haar prilste herinneringen had Ruth zich die twee moeten verbeelden.”