Droeg hij gisteren nog een gestreept pyjamajasje en zat hij rechtop
tegen het schot achter zijn bed, vandaag heeft hij een

pluizig en op sommige stukken verhard shirt aan in een wijnrode
kleur en ligt hij scheef op wel drie kussens.

Hij wil dat ik zijn hand vasthoud, de pagina’s omsla van het boek
dat hij nauwelijks leest, het glaasje sap hoog tegen

zijn uitgedroogde lippen, ik draai met de rand voor een schoon plekje,
er zijn details die hem allang ontgaan zijn.

Hij had me ontboden. Voor zijn definitief vertrek wilde hij een aantal
zaken duidelijk stellen alsof het een

zakelijke transactie betrof en ik mijn kredieten zou moeten inleveren.
Of hij natuurlijk. In ieder geval moest ik me

meteen verstoppen als zijn vrouw binnen zou komen. Onder het bed
was meer ruimte maar de vloer was even vies als toen.