Ook afstand chanteert. Daar waar we altijd vrij willen zijn, beperkt
ons de afwezigheid, de andere stad, de reis

omdat ze altijd weer een vertrek inhoudt, de aankomst vanwege de
belofte, zijn deur open tegenover het gesloten

huis van mij. Gedachten over dat onderweg zijn, hoe vaak dan en
op welke dagen, de afspraken op de muur, de

viltstiftletters omcirkeld, heen en weer schuiven, onrust, verlangen,
combinaties die tergend pijnlijk worden.

Als je daar weer bent lijkt alles in orde. Het water werd tenslotte in
een rechte lijn geperst, je tekende

een zonnetje boven de bomen, een kerkklok sloeg, de haan verdwenen
maar een stenen leeuw bewaakte het plein.

En al kwam je maar halverwege of was er alleen maar een plan, je
kwam elke keer dichterbij.