Midden in een steriele ruimte over rijm praten heeft geen zin. Een
grapje eerst: ‘omarmend’, natuurlijk, om later het

vrije te benoemen, los, los, los, omdat je zelf los wilt van alles dat
daar gebeurt. Drie mensen in het wit knikken.

Maar waarover dan, vraagt de belangrijkste, en ‘het leven’ lijkt
hier niet van toepassing, over jullie, zeg ik dan maar.

Weer wordt geknikt, een kijkt op haar scherm, een ander tikt op
mijn schouder. Er is wel een vaste vorm, ga

ik verder, zoals jullie een vast ritme hebben en verdeling van taken
maar de vragen lijken op. Iemand zou moeten

braken tegen deze witte wanden, op zijn minst koffie verspillen over
de witte jassen, een viltstift uit zijn broek halen en

met grote halen een A schrijven en die omcirkelen. Hard lachen kan
natuurlijk ook of wegrennen en stoelen omgooien.