De stilte buiten komt onverwacht en voelt als een ingelaste pauze
in een film, je weet nog niet of je een ijsje zult

nemen of een beker popcorn en eigenlijk wil je liever stil blijven
zitten, je hebt ook geen idee hoe lang zo’n

onderbreking duurt terwijl je al honderd keer naar de film ging.
Opeens zijn de ramen leeg, iemand loopt weer

naar buiten, een hond krabt aan de deur en blaft, de bomen staan
stil, er lijkt een scheur te zitten in de resterende

wolken maar hij wordt niet groter. Beneden blijven de stenen nat,
de plassen diep, de bocht onherkenbaar terwijl

boven alles langzaam droogt, zich uitstrekt, heel zacht schudt en
aarzelend terugkeert, de bloemen in de planten,

de kussens op de bank, het vogelhuisje nog scheef en de zwarte
vrienden nog in de verte, daar klapwieken ze en landen.