Terwijl de vorm van het vers soepel blijft en genoeg ruimte biedt
voor de woorden, alleen soms misschien aan de
hoeken wat trekt, wordt de schrijver steeds strammer en later. Er
is een aarzeling in de ochtend, de lucht nog
donker, de geluiden nog afwezig. Het vel wordt losser, de handen
stijver. Het schudt steeds meer van zich af, een
dag soms een nachtmerrie, een droom soms voor waar, iets wordt
vergeten terwijl een ander iets steeds maar weer
terugkomt, pijn linksonder, steken rechts, haren op de grond. Een
verzameling losse briefjes wordt ze zoals
soms de gedachten geen tijd meer kennen en vragen hangen ergens
daarboven. Straks valt ze zelf uit elkaar, schuift
ze zich met rechtervoet bijeen en bukt ze vergeefs, de boomhut zal
wat schudden en dan een toren worden, ergens in het land.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x