Allerlei dieren rollen zich in de sneeuw op de stookplaats van
mijn vader, het achterste stukje land dat
afbreekt boven de rest van de wereld. Ik breng ze water met de
kruiwagen, het pad vol as, mijn moeder die me
roept maar onzichtbaar is, de God uit mijn jeugd afwezig. Bijna
voel ik de warmte van het vuur, eigenlijk
ben ik bang voor de beesten. Die droom wordt gevolgd door
een andere, ik noteer ze maar kan ze terughalen
zonder die aantekeningen te lezen, het is als het geschreeuw
door de dunne wanden heen, bloemen van stof
die bewegen en in de nacht zich openen. In de ochtend een grauw
gelaat, soms de details van zijn avontuur, vaker
het stof van zijn dolen door de hel, niemand kon de dorst van mijn
vader lessen noch hem vertellen hoe hij lopen moest.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x