Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

nog een zonnetje

Onder tafel ben ik opeens veel te groot om me te verstoppen en
toch duurt het even voordat ik gevonden word.

Kletsende voetjes rennen langs me, ik schud wat aan het kleed
op tafel, geschater volgt na zijn vragen waar of ik

toch ben en het handje dat aarzelend alles opzij schuift. Opeens
ook wil ik helemaal nooit meer dat verstopplekje,

drukt het tafelblad op me, staan alle stoelen grimmig naar me te
kijken en weet ik niet meer hoe ik mezelf moet

terugvouwen om dan eindelijk weg te kunnen rennen. Gegiechel,
kleine armpjes om me heen, dan hij weer,

een bobbel achter het gordijn, plakkerige haartjes in een doos,
zogenaamd plat op de bank, adem inhouden. Dan

een aanloopje, armen wijd zoveel als ik van hem houd, achterover
vallen, nog een keer, this this this much.

« »