De temperatuur zal in die kamer het meest stijgen. De ramen
geblokkeerd door de automatische zonneschermen,

dicht vanwege dreigende tochtstromen, de deur afsluitend, de
hitte vanuit vestjes en vale bruine rokken, de

dikke wollen sokken van de heer B. die wel in sandalen steken
maar verder geen zomer betekenen, het kleur op

kleur verschijnen van mevrouw Z. die met één been onder tafel
schuift en altijd pijnlijk botst, het verband van

de heer T. dat van zijn plaats komt en jeukt en uit het decolleté
van A. die elke maandag zo lief is de koffie te doen.

Om dan te praten over vroeger, het hooiland te missen en het
donker bier, de ruimte om ons heen, het strootje tussen

de tanden en de armen onder ons hoofd of hoe we ontsnapten aan
een bui die reeds dagen over onze velden hing.