Op zijn foto’s wappert de was, er kraait een haan, zij is bij voorbaat
verraden, een hond slingert van een zandpad, de

zon is zwak nog, de horizon zichtbaar en recht. Hij doet zijn best.
Er zijn winkels met de inhoud op straat, hotelkamers

die open staan en een opgeruimde indruk maken, de zon klimt, de
schaduwen komen. Er is een oud mannetje dat

grijnst, de hond komt terug, zijn hand zal losse gebaren maken
ergens buiten beeld, hij fluit wellicht. Dan volgt

een opgemaakt bord met een vork ernaast, zij lijnt natuurlijk, en
een tinkelend glas, de ingrediënten appt hij later

net zoals de waardering. Er is een cijfer voor alles. Nooit vouwt
iemand het wasgoed, niemand slacht de haan,

misschien dat hij nu, met die ene hand die over is, via haar knie naar
boven klimt, net voordat hij met een klik zichzelf neemt.