Van deze dagen zou ze zeggen dat ze wel kon huilen omdat de
streperige ramen haar uitzicht beperkten, de bomen
zwaar en zwart de planten het groeien belemmerden en haar als
lijfwachten tegenhielden van het erf te gaan,
de klei zompig aan haar hakken bleef hangen en er niets te halen
viel dan de broodkruimels die ze voor een ander
uitstrooide bij de deur, dat niemand daaraan dacht en ze bedoelde:
aan haar. Ze zweeg soms ook gewoon aan de
andere kant van de lijn alsof alleen haar ademstoot door de hoorn
voldoende was om het lijden te melden. Bij sneeuw
was het een ansichtkaartje dat ze weliswaar vrolijk kon rondsturen
maar dezelfde gevangenschap inhield, altijd was het pad
naar de bewoonde wereld onbegaanbaar terwijl ze niet eens weg
wilde, niet echt, maar een onbeperkte vrijheid miste.
Wouter
15 maart 2019 — 08:18
Prachtig