Er stond een witte fiets in de voortuin van het vorige huis,
onbeheerd, modern en simpel en pas toen

ik fietsen ging, merkte ik de stang tussen mijn benen. Ook
ik liet hem onbeheerd achter tot iemand me zei

dat dit de fiets van mijn vader was, dat hij met opzet daar
had gestaan en dat het een teken was dat ik

hem moest vinden, zoeken had ik niet eerder gedaan. Ik
wilde zeggen dat ik toch allang een vader had

gehad en hoe het dan met mijn moeder zat maar ik kocht
een ketting en legde het ding vast. De tuin

overigens veranderd in een fietsenstalling alsof het een
schoolplein was en iedereen met tegenzin

naar school, stiekem rokend en het verkeerde vriendje
knuffelend, de struiken uiteen geduwd.