Mevrouw P. wist niet wat de bedoeling was, zo zei ze na
afloop, bang dat ze alleen gelaten zou worden,

niet naar haar kamer kon komen, wist ze überhaupt waar
ze was. Ze had gedacht dat ik over haar

zou vertellen, dat ik opgeschreven had wat ze allemaal had
meegemaakt, ik wist toch nog wel wat ze

had ervaren, en nu was het heel anders geweest. Ze wees
verontwaardigd op haarzelf en zei bijzonder veel

last te hebben gehad van de bubbel, in mijn onschuld vroeg
ik naar de soort, het had de vorm dit keer

van de betonnen paal die in de ruimte stond en noodzakelijk
was voor het behoud van het plafond. Dat

gelooft u toch zelf niet, vatte ze samen. Ik wist niet meer of
het haar leven betrof of de constructie van het gebouw.

 

(na een noodzakelijke verhuizing en tussenstop ging de voorleesgroep
verder in enigszins gewijzigde en uitgebreide samenstelling)