Nederland ligt maar een wijzend jongenshandje weg, net
onder het thuisland van de stinky mouse, de

gesprekken via Skype is televisie on demand, mijn tekeningen
die hij eerst zachtjes van mijn lijf af wil vegen

zijn stickers die hij later vanaf het raam trekt en op zijn armen
plakt en alles is een cadeautje dat hij deelt

met de slapende, fronsende broer die zich laat wiegen in de
voorbijkomende familieleden, ach het is –

zo zou de grootvader zeggen op de terugreis – typisch iets
voor jou dit zo te benoemen. Hij puft kleine

wolkjes stoom boven de toxic air uit terwijl we elkaar volgen,
een onverzettelijkheid die vanzelfsprekend is.

Echt iets voor jou, denk ik maar ik zeg het niet. We verdwalen
namelijk niet en rechtdoor is vooral vooruit.