Als ik zeg de baby te verlangen, zegt ze hij ook naar
jou, maar ik bedoel dat ik haar verlang, haar

schommelende buik nu alleen per toeval gevangen
achter het scherm als ze opstaat voor

de deurbel, een autootje van de kast, een beker melk
voor het kind dat reeds met mij speelt,

streepjes over het beeld. Ik droomde dat mijn tweede
kleinzoon over mijn schouder hing

en druk praatte over sterren, dinosaurussen en de zon,
heel klein nog mij allerlei uitlegde, en

dit zei hij dan ‘de afstand tot’ terwijl zijn vader van
karton figuren toonde tegen de hemel.

Wat grappig, zegt ze maar ik dacht aan die lange weg
tussen haar en mij en aaide haar strepen.