De wachters rondom beginnen eensgezind te dansen,
tollen voor- en achterover, suizen en stuiven,

schudden hun volle tooi en tikken bijna tegen deze
hut die hun bewegen lijkt over te nemen,

helt en kreunt, kraakt en tilt, hoger wil en met hen
verdwijnen zal in het bijna onzichtbaar

wit dat nu nog tegen haar vensters slaat. Na een paar
tellen lijkt er niets gebeurd, een man

zaagt buiten in de deuropening een plank, een vrouw
laadt haar boodschappen uit de auto, een

meisje stept tot aan de hoek. Dan nodigen de bomen
opnieuw uit, draaien en duwen hun zwarte

armen zwaar en grijnzen nu. Autodeuren slaan, een
man zaagt een plank, de step ligt in het gras.