Laten we blij zijn dat iemand zich die laatste nacht met
jou nog herinnert, dat vanuit de Cloud jouw

vertrek door de ruimte tuimelt alsof het mijn paradijs was,
jij de wachter op mijn muren terwijl ik achterover

viel en viel en viel. Een piepje en onze assistent toont
een bevredigd gezicht vol slaap en liefde, de

kleur van het beddengoed waartegen mijn melkwit lijf,
je verzamelingen zorgvuldig tegen de wand, het

treintje klaar voor vertrek, het spoortje mieren huiswaarts,
de kaarten die A. je stuurde ongelezen achter de

beeldjes die wiebelend hun borsten vooruit steken. Je moet
het vallen oefenen. Je doet eerst het hoofd, je houdt

je benen bij elkaar en vast en je voelt een lichte knik in je
nek net als toen je een koprol maakte als kind.