Ongewild lig ik in het krokodillenbadje van 3 bij 2, op
de barbecue tussen de opengesprongen worstjes,

op het springkussen dat de hele dag opgeblazen wordt
met kleine pufjes uit een zuchtend apparaat,

tussen de oma’s die met bungelende sigaret en zonnebrand
hun gesprek niet stoppen voor een huilend kind,

laat staan voor mij, terwijl de mamma’s proberen te rusten
op te hete tegels in datzelfde 3 bij 2. Zonder

echt mee te doen, hoor ik het leven op een zomerse dag,
ben ik lid van een familie die niet van elkaar

houdt, heb ik te weinig boodschappen gedaan, mijn auto
op de stoep laten staan en het geluid hoger

gedraaid om maar niet het gesis te horen, draag ik mijn
kortste broek, mijn buik en de krokodil en hijg.