Dit keer mist hij niet het rijm in mijn verzen maar wijst
hij op het gebrek aan liefhebben, hij kan
nu eenmaal niet alles, hij is bijna aan het eind en hij moet
nog zoveel en hij heeft het nooit gekund. Dit
keer zijn er geen mankementen aan mij hoewel ik iets te
hard lach en teveel conclusies trek, geen restje
cake voor hem heb, de wijn lauw en de kurk verdwenen,
geen lichten aan doe en met deuren open hem
een akelig hoestje bezorg, deze avond is zijn leven van
liefde verstoken, zijn daar medicijnen voor?
Daarom zitten we in het donker, zeg ik, en met de lucht
van gemaaid gras door de kieren en zijn mijn
wangen warm tegen je bleek gezicht en leen ik je mijn
woorden, mijn rijmloze inhoud en mijn lach.
hans altena
16 mei 2018 — 06:49
heel voelbaar, te ruiken en zien