De kleine brengt mij mijn eerste tafel terug: een korte, ooit
bijna witgeverfd grenen exemplaar waarvan de

zilveren ladeknop nog altijd een gelukspoppetje draagt, de
poten de nagels van een kat, het blad sporen

van een veertig jaar. Een aankoop voor mijn eerste kamer,
een weloverwogen besluit uit mijn jongvolwassen

zijn, precies passend tussen de hanenbalken van een ruimte
die maar net iets groter was en waarop ik,

zittend op het blad, met bungelende benen, in het straatje
onder mij de mensen telde en beschreef. Iets

dat natuurlijk zoveel kleiner lijkt nu: naar de wereld turend
alsof je haar zou begrijpen en

achteraf juist groter bleek: de afstand tussen mij en haar het
materiaal voor alle volgende jaren en plaatsen.

 


Alkmaar, 1979