Als ik nog eens de kans krijg, zegt de vrouw naast me op
geheime fluistertoon, moet ik beslist de
zonsondergang in de woestijn bekijken. Ik zeg dat ik een
huismus ben en ik lach wat verontschuldigend.
Ze schuift wat ongemakkelijk heen en weer, ze is nog niet
gewend aan de beslotenheid van het tehuis, de
regels, het feit dat haar man en camper weg zijn, haar huis
verkocht is, haar kinderen, zoals ze zegt, ‘op
safe spelen’, een beetje zoals ik, denk ik. Het is nog maar
een paar maanden geleden dat ze alles bezat.
Ik dacht u laatst op straat te zien, zeg ik haar, het geheim
wordt groter: regelmatig gaat ze terug naar
haar oude straat, ze laat zich toch niet beperken, haar hoofd
is nog goed, de zon, zegt ze, in die woestijn!
En net als ik denk aan dat hoofd, haalt ze een kaart uit haar
tasje, Saoedi-Arabië en xxxxx op de achterkant.
(we lazen gisteren weer voor in verzorgingshuis de Kooimeer,
uit de verhalen van huismus Wil Bijlsma)
elbert gonggrijp
8 november 2017 — 10:16
Mooi gedicht weer Alja. Een prachtige omschrijving waar een heel mens in past…
Groetjes,
Elbert
alja
8 november 2017 — 12:21
dank je!