Op het water staat een legertruck met Duits kenteken. De weg
is even winters en stil als uit mijn jeugd. De witte
kattenrug wordt bestuurd door mijn laatste lief, ik zit op de
achterbank en leun met mijn armen over de
stoelen en kijk naar rechts terwijl links zich schoten vormen.
Ik probeer het gesprek gaande te houden maar
hij antwoordt niet meer en als ik mijn hoofd draai, zie ik dat
hij geraakt is en niet meer leeft. Ik klim over
de stoelen, duw hem opzij, probeer me te herinneren hoe ik
remmen moet, hoor mezelf hardop instructies geven,
rijd de auto op een parkeerplaats en val uit de deur. Al die
tijd heeft hij zijn ogen open. Misselijk blijft
de slaap weg, de buurman schreeuwt, kou trekt door het open
raam en dan die licht zilveren bevroren plas water
waarboven in de ochtend zich rood de warmte laat vallen en
het vertrouwde motorgeluid van een Volvo.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x