Ze veegt in haar lucht, het glas ertussen schoon, de
boom aangeslagen groen, sintels
smerig wit boven dof oranje daken, geen konijn te
zien. Staande zou het gras dood
aan haar voeten liggen, de hond zich vastgedraaid
aan haar stam. Zittend reikt ze net met
vaste vingers in het oneindige. Er is geen geluid nog.
Liggend rolde ze door het krakend
hooi, kriebelend een laatste zomerdag, stemmen en
haastige mannen om haar heen, de
eerste druppels voordat de karren reden en zij, dan
hoog bovenop, zich bukte voor de zoldering
en daar de voorraden verzameld het vocht boven haar
liet verdampen met hetzelfde gebaar.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x