De rouw om hem begon al toen hij er nog was alsof
er altijd zwarte randen om mijn brieven lagen,
gaten gegraven in de aarde waaromheen we moesten
trekken, niet in mochten vallen nog, en as
van mijn hoofd waaide. Stijfjes bewegen omdat de
knieën versleten waren van het bidden, de
hals gekromd van het gewicht op de rug, de palmen
van de handen uitgesleten. Het verdriet reeds
in het schrijven over niets, het heen en weer reizen,
elke keer het vertrek alvorens de thuiskomst.
Het geweeklaag in zijn stiltes, het drinken altijd zijn
bloed, het breken van brood altijd
zijn lichaam. De tranen altijd het tekort in mezelf en
het leven altijd een daad van de ander.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x