De gele tijger, uniek in zijn soort, met klauwen zo
scherp als ieder roofdier, jagend in zijn
sluipende gang over mijn vierkante centimeters, de
koning van mijn jungle, de zachte
beschermheer van mijn kinderen, de baas in dit kleine
huishouden, bedelend om altijd meer en
vaker, de sprong naar de tafel altijd te groot zodat
hij voorbij de overkant even zweeft alvorens
met een enorme plof neer te komen, zo van ‘kijk mij
eens heel lenig en mooi zijn en zie je
al mijn strepen’, mijn vriendje, hij die ik groet en
nooit zonder reden achterlaat, die
gele koning, overweegt een vertrek naar de eeuwige
jachtvelden en landt in het soepbord dit keer.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x