Niets groots en meeslepend, zegt de vriendelijk vaste
lezer, en hij benoemt het intieme, het warme
welkom in het huis van weleer, het thuiskomen binnen
haar wanden. Zij herbergt nog
de klaterende pannen, de tinkelende glazen, het vocht
binnen de slapende flessen, zij blaast nog
het stof uit haar voorraadkast, de warme schalen voedsel,
de kinderen in de neusgaten. Zij houdt
de auto’s aan die op- en afrijden, zelden neemt ze plaats,
haar onderweg zijn is van
een opgetogen klein zijn, plakplaatjes onderin het raam,
zwaaien naar haarzelf, een beeld na beeld
projecteren op het witte scherm voor haar. Niets loopt
aan, niets hapert, alles komt terug.
wouter van heiningen
11 februari 2017 — 16:12
Leest je opnieuw, als zo vaak, met een brede glimlach rond de mond.
alja
11 februari 2017 — 18:36
ik zie het, dank je wel