Voordat ik uit mijn droom rol, denk ik dat ik haar nog
dag zeggen moet en blijf nog even wachten bij

honderden strengetjes wol, slaapzakken, de kat en een
reiswiegje vol witte doeken. Ze is de deur

uitgeglipt om mij iets te halen en als ze terugkomt, ben
ik wakker dus en verdwenen. Waarvoor de

witte doeken waren, weet ik niet maar ik zou op zolder
de voorraad garen kunnen rangschikken of

eindelijk eens moeten beginnen met de lapjesdeken van
alle bloemenstoffen die ik me verzamelde,

ik wilde de ritsen slopen en dan de vloer bedekken met
de kinderslaapzakken, wie kwam er

logeren, maar misschien is het slechts de afspraak met
dat oud vriendinnetje dat mij morgen onthaalt.