Tegenover mij een jongen die op het zelfde moment zijn
ogen opent, zijn hoofd ook tegen
de glasplaat alsof we verkoeling zoeken in een verhit
ogenblik en in ieder geval steun. Rond ons
heeft iedereen een mening en elke opvatting wordt met
uitgebreide toelichting en groot gevoel voor
eigen gelijk gedeeld. Men spreekt elkaar wat tegen, men
wijst, men vergelijkt de schermpjes terwijl
grijze weilanden aan ons voorbij trekken. Ik meen schapen
te horen, geiten die hobbelend op me afkomen,
klagende hongerige beesten. Zijn ogen zijn bruin met
spikkeltjes, zijn hoofd te groot, hij
is vreselijk wit. Een vrouw stift haar lippen. Er is niemand
die twijfelt aan de bedoeling van zijn reis.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x