Beide zijden van de trap en dat twee verdiepingen lang
bungelen de kerstballen en klokken tussen
het oude staal, strikjes om de spijlen, plastic guirlandes
die vaag ruiken naar oliebollen of andere
feestjes, kleine lichtjes die leiden naar haar deur en af
willen buigen naar de mijne, hè toe,
hijgend gehamer onder het felle hallicht, worstelend
getrek met tape over de koele muren, dan weer
schuivend haar kinderlijf tegen de gang. Gelukkig zingt
zij niet. In de ochtend duw ik mij tussen
versiering en overdaad een weg naar buiten. In de avond
zie ik mij de kerstster voor haar keukenraam
alsof eindelijk de weg gewezen wordt naar het enig thuis.
Ik hoef slechts zeven trappen te gaan.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x