Waarom ik lachen moest, weet ik niet. Niet voluit maar
dat halve grijnzen dat je doet als je ook nog praat.
Dat zodra een woord wegvalt, je mondhoek vertrekt tot
omdat tijdens die twee met elkaar botsen.
Dat je ogen oplichten en je handen drukker worden, over
elkaar heen en je haar daarover valt zonder dat
je je hoofd beweegt. Ook kijk ik naar buiten alsof het daar
zomaar achter een boom tevoorschijn komt of
lui met de voeten vooruit op een bankje zit en de ander,
de ander doet alsof hij van niets weet.
Hij luistert en ziet mijn mond krullen en alsof daar nog
een kruimel zit, veegt hij even met
een vinger langs de lijnen maar dat plezier komt van veel
verder dan het bordje onder mijn borsten.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x