Soms vervangt een beeld het woord. Dwalend door
haar gangen probeer ik alles te zien, te

onthouden, de volgende morgen te beschrijven maar
in de nacht buitelt alles over elkaar heen en

in de morgen resten mij de scherven: dieprode cyclamen,
een koeienkop, een boom scheef en alleen,

een bordje, een vrouw met te korte benen, diep donkere
oogkassen, wouden zo dicht en

de maan opnieuw half. Mijn eigen lijf zo tussen de
lichtvlakken door, bezoekers die mij

passeren, natte beelden in de tuin, uitgelopen chocola
op het taartje. Zijn handen, misschien dat

die dan de volgende morgen nog te noemen zijn, omdat
ze daar niet lagen en mij niet hielden.