Alles duurt onevenredig lang, het is het staan in
de verkeerde rij, een boos gesprek achter je,

een kassière die overlegt met haar meerdere, een
tas die scheurt, een fiets die bij terugkomst

weggesleept lijkt, je vergeet iets. Er was een belofte,
een geschudde hand, een seizoen als

aanduiding van de wachttijd. Je houdt van de herfst.
Voordat iedereen zich verzameld heeft,

hij zich bedacht heeft, zij haar moed terug, de trein
aansluit, de hond uitgelaten, is het

jaar voorbij. Alles met de onredelijkheid van een
klein kind, een bedrogen partner, een

verveelde debutante, een jarenlange verloofde, deze
schone slaapster met haar spinnenwiel.