Er gebeurde daar net genoeg. Vanonder de plastic stroken
die het glas troebel maakten of daarboven,

aan alle kanten toch het licht. Precies zoveel ruimte dat
een buurman van het dak kon glijden en in

mijn tuin kon landen, zacht en bij het opstaan de aarde van
zich af kon schudden, lachend.

Precies zoveel ruimte dat mijn mamma het tafelkleed kon
uitschudden en over mijn hoofd kon vliegen met

trage vleugels. Precies zoveel ruimte dat ik drie keer om
de kerktoren kon fietsen en alle kinderen

terug vond, een lint van zingende liefjes, een echte haan.
Precies zoveel ruimte dat ik paste. Hier

schuurt en botst het. Er is teveel beweging, teveel geluid.
Het uitzicht hemeltergend, de omvang te groot.