Om te schrijven is elk geluid teveel. De buurman die om
welke reden dan ook schreeuwt en mij

het thuisland verzint, de verlaten vrouw, het verloren geld,
de komende wedstrijd; het kind dat

met zijn handen op het toetsenbord schietend zijn werelden
verenigd en daarna op een tractor het

land bewerkt terwijl hij ontbrekende pianomuziek toevoegt
aan zijn ‘raindrops’ lijst; het sijpelende

water van de wasmachine en de slepende pootjes van de
kat of het in cadans lopen onder mij van

de boodschappenkarretjes op wielen; de hoogwerker die na
drie dagen hangen op de parkeerplaats uit

zichzelf gaat rijden; de berichten over het fijne weekend dat
ongeschreven alweer start.