Misschien doe ik dit alleen om te ontkomen aan:
die zachte stem die, bij voorkeur laat,

vertelt dat het niet gaat terwijl voorgoed die toon,
flemend zelfs en dringend, in mij staat.

Ik probeer te ontsnappen terwijl hij de deur met
zijn lijf blokkeert, even nog

ligt hij zwaar op mijn dekens, hij stopt mij in dit
keer, zegt hij. Misschien moet ik dit

alleen doen om hem te laten opstaan zodat we
alle twee ontwaken. In de ochtend zijn de

beesten verdwenen op de vogels na. Met trage
vleugels slaan ze krassend over.

Daar zingt hij en speelt dezelfde melodie maar
roept ‘hoe mooi dit alles’ door een open deur.