Alsof we de wereld rond zijn geweest en terug
keren naar het vertrekpunt, daar

staan zij nog, de zwaaiende achterblijvers. Mijn
mamma drukt mij iets op het hart, mijn

zusje heeft haar koffer vergeten, mijn babybroertje
wilt niet mee terwijl de oudste ons

elke keer telt. Daar en zeker vermoed ik dat het
gevaarte plat is en dus eindig en dus

geen uitdaging waard, terwijl mijn vader jengelt
en mee wilt. Nu dan. Op dat erf

drentelt een vogel. Een kat sluipt erom heen. Een
lichtblauwe Amazone vervangt zijn

rood exemplaar. In de bijkeuken nog haar klompjes,
schuin tegen de deur, een spin die

in- en uit loopt. Alles was bereikbaar nochtans van
generlei waarde behalve dit onderkomen.