Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

het gekrijs

We weten helemaal niets. Dat hij een waggeldansje
maakte en zijn hand in zijn zij zette,

niet wat hij toen dacht. Dat hij verrassend goed bij
stem was, ze kenden ook geen

betere mondharmonicaspeler ter wereld eigenlijk,
niet of hij ons zag. Hij zag ons waarschijnlijk

niet. Met een mutsje op en hoge kraag struinde hij
wellicht over de markt die het hotel

met mijn logeerplek verbond, in een droom komen
we elkaar daar tegen. Natuurlijk

zit hij even later aan tafel waar mijn lief de hoop
documenteert en ontrafelt. Dergelijke

gedachten zijn overbodig. In plaats van het volk
houden we elkaar zoet met deze handeling.

Maar hij had me vastgepind in deze herkenning: dat
ik uit het Noorden kwam en hem liefhad.

 

 

« »