Het is geen oefenen meer, het is het
bezweren van boze geesten die

zojuist nog van plan waren om je te
grijpen, je weet het zeker en toch

heb je het niemand verteld, tot nu
dan. En eigenlijk weet je

ook wel dat er niets gebeuren gaat,
niets althans dat je nooit meer

zal doen schrijven. Eigenlijk is de
enige boze geest die van jezelf.

Je hangt een beetje daar boven en
wijst, vandaag is Zij aan de beurt.

En Zij moet daarom zeven keer twee
regels maken alvorens.