Een lokaal, zo noemden zij in Friesland dat
gebouwtje bij de kerk waarin

gebak van reuze afmetingen bibberde op
de schoteltjes en trouwpartijen in

gehaakte jurken eindeloze rijen familie op
leverden, waarvan wij niemand kenden.

Dat gevoel overkwam mij toen ik meedeed
aan een nazomerfeestje in dit

lege dorp. Dertig vrouwen dachten aan een
modeshow maar kregen zanger

B. die – in hun taal weliswaar en met zes
verschillende colbertjes – over heimwee

‘aars’ sprak. Wij zoenden halverwege. Hij
noemde mijn vader bij zijn initialen,

vandaar en ook zou hij zomaar Highlands
hebben kunnen zingen daar, alle strofen.