Op haar hoofd een rode baret, aan haar arm
een rieten mandje, leeg.
Aan haar benen een opgerolde spijkerbroek.
Ze plaatst haar gympen ver uit elkaar.
Haar mond opent als ze langsloopt. De buien,
zegt ze, en dat ik me
niet moet vergissen. Ze kijkt me niet aan. Ik
ken haar voornaam, weet
hoe oud ze is, hoe ze het liefst bloot in de tuin
werkte, hoe mijn moeder uit haar
gesprekken wegliep, hoe ze nu eigenlijk niets
meer weet. Nu ja, dat valt nog
best mee. Ze stopt voor het huis van mijn ouders
en zwaait. Haar lijfje draait, het
hoedje blijft gewoon zitten. Ik zet de kraag van
mijn jas hoger en zwaai mee.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x