Als schrijven werken is, zo verdedig ik
een uit de hand gelopen hobby, ga ik slecht
om met mijn arbeidsvoorwaarden.

Ook hanteer ik geen personeelsbeleid, geen
kantinebeheer in de verplichte pauzes, geen
kinderopvang of verloven van

enige soort. Er bestaat zelfs geen handleiding
voor de afwezigheid van collega’s, geen
bestuurlijke verplichting, geen

agenda met prangende deadline. Wij missen
de opwinding bij het koffiezetapparaat, de
postbode en de bezemkast maar

de ware passie verzinnen wij zelf. Boven
ons hoofd torent het bestuur van de plaatselijke
onderneming. Aan onze voeten

de afvaardiging van het kamercomité, spinnend.
Misschien moeten wij eindelijk allen eens
serieus nemen en een contract opstellen.